Eerst en vooral, wanneer heb je beslist om zelf je toe te leggen op AI? Hoe is het bedrijf opgestart?
Ik ben van opleiding burgerlijk ingenieur natuurkunde en tijdens mijn opleiding was beeldverwerking eigenlijk al iets wat ik wilde doen. Ik spreek nu over de jaren negentig en we waren toen al blij dat we een digitale camera konden aansluiten op een systeem. Dat gaat eigenlijk gewoon om regeltjes programmeren. Als je tijdens de jaren zeventig, tachtig en negentig geïnteresseerd was in ‘diepe kennis’, kwam je al snel terecht bij dat soort schrijfsels. De bedoeling was telkens om het determinisme dat jarenlang onder invloed van Newton en andere fysici van die tijd had geheerst te doorbreken met een combinatie van oosterse filosofie en een westerse, wetenschappelijke benadering.
Ik wilde iets slims maken dat even krachtig is als de mens, maar er was nog helemaal geen debat over AI. Er was in die tijd niets, ik denk zelfs dat bijna niemand iets wist over het concept. Het was nog heel erg niche.
Toen ik via het Erasmusprogramma in Zurich studeerde, was er net – een jaar voor ik aankwam – een instituut opgericht: het Institute for Neuroinformatics, of ‘INI’. Dat is een instituut waar men probeert om ‘reverse engineering’ toe te passen op de hersenen. Het bestaat nog altijd. De dot.com-bubbel had Zwitserland heel rijk gemaakt en dus was er binnen het onderwijsnet waanzinnig veel geld voor R&D. De oprichters konden daardoor de allerbeste koppen van Caltech [het California Institute of Technology – red], Stanford en MIT wegkopen. Die zijn toen allemaal naar Zwitserland verhuisd.
Ik kwam daar dus aan vanuit een context van de grijze, ivoren toren van universiteiten. Het Vlaamse universitair landschap was in die tijd nog niet echt dynamisch. Ik had dezelfde cursus als mijn vader voorgeschoteld gekregen en die is in 1946 geboren, met de nodige anekdotiek tot gevolg. Plots zat ik echter in een biotoop van kennis en dat heeft me wel voor het leven geïnspireerd. Er zijn dingen die minder ethisch waren – ik herinner me nog dat er parallelle poorten werden gebouwd in kattenbreinen, zodat de onderzoekers konden aftappen waar ze over droomden en zo. Ik vond dat toen wel een beetje gruwelijk, maar langs de andere kant was mijn drang naar kennis sterker dan dat ethische bezwaar.
In 2002 ben ik, na mijn studies en een wereldreis, direct zelfstandige geworden. Ik wilde niet in loondienst werken, maar voor mijn eigen ding gaan. Dat was toen nog eerder oriënterend in die zin dat ik alles wat uitdagend aannam als consultant, projectleider of programmeur. Zo heb ik de industrie in de breedte leren kennen, van de auto-industrie tot de bouwindustrie en noem maar op, maar beeldverwerking bleef de rode draad. De digitale camera’s waren aan het opkomen en werden alsmaar goedkoper. Voor onze eerste projecten gebruikten we nog zwart-wit camera’s, maar digitale fotografie werd steeds beter en performanter. Die ‘wave’ wakkerde mijn basisinteresse voor intelligentie als dusdanig en hoe die – biologisch en in het algemeen – ontstaat in het brein nog meer aan. Dat is altijd blijven hangen en dus begon ik op mezelf wat te stoeien met neurale netwerken. Op dat moment was dat in de industrie nog een beetje taboe: alles wat niet gekend was en waar je geen drempel voor kon instellen, wilde men niet hebben.
In 2007-2008 is de studie naar neurale netwerken echter geëxplodeerd in Amerika, met aanvankelijk nog ImageNet [een database van beelden die volgens de hiërarchie van Wordnet zijn georganiseerd – red]. Dat was hét grote experiment rond ‘deep learning’, waarbij 1 miljoen beelden op allerlei manieren werden gelabeld, van kat tot hond, tv, zetel, enzovoort. Vanaf dat moment is alles beginnen te rollen en is er een sneeuwbaleffect gekomen waarvan we nu de piek beleven. Sommige mensen spreken zelfs al van een ‘Gartner hype cycle’-piek [een gedeponeerde grafische voorstelling van de volwassenheid, aanvaarding en sociale toepassing van specifieke technologieën – red]. Ik denk dat we daar nog niet helemaal zitten omdat zoiets echt wel een toegevoegde waarde creëert. Vergelijk maar eens met blockchains en de bitcoin; dat zijn leuke systemen die een aantal problemen binnen de industrie en de bredere samenleving oplossen, maar de toegevoegde waarde van hun huidige incarnaties is nog een groter vraagteken dan bij artificial intelligence, waar je een productieproces met met massieve intelligentie relatief eenvoudig kunt verbeteren.
In 2008 heb ik dan een bvba opgericht. Ik wist heel weinig over hoe je een team moet leiden en wist niet veel over hoe je aan sales moet doen. Ik vond het gewoon leuk om me te smijten, maar deed dat niet altijd even efficiënt. Pas in 2013 ben ik begonnen om een team op te bouwen met de bedoeling om echt iets te maken van die deep learning.
Nu zitten we met heel wat leuke opportuniteiten, zoals een wereldwijd netwerk van landbouwklanten die onze robots gebruiken. Je was daarnet eigenlijk getuige van een nieuw product dat we vorm aan het geven zijn en – ja – op dit moment is de sky the limit. We zijn relatief ‘heftig’ aan het aanwerven. Deze week zijn er weer 3 mensen begonnen en we zijn de organisatie op een originele manier aan het uitbouwen. De meeste mensen in Vlaanderen zoeken financierders, maar wij zijn volledig ‘outdoor’ gefinancierd. We hebben geen eurocent extra gekregen – er is zelfs geen eurocent lening. Dat is moeilijker om te laten draaien dan een organisatie waarvoor je een zak geld van andere mensen krijgt, maar het is wel relevanter, want uiteindelijk is de beste investeerder een betalende klant. Dat creëert het gevoel dat je bezig bent met zinnige dingen. We worden scherp gehouden door mensen die hun factuur niet zullen betalen als we onze afspraken niet hebben kunnen nakomen.
Dat is dus in een notendop mijn drive. Ik ben eigenlijk meer ‘impact-driven’ dan ‘money-driven’. Dat vertaalt zich soms wel in projecten waarover buitenstaanders vragen: ‘Waar ben je nu toch mee bezig?’ het is gewoon ‘big fun’. Zo zijn we nu een pilootproject aan het opstarten met Vluchtelingenwerk Vlaanderen, waarmee we een heel origineel project willen uitwerken: we willen vluchtelingen uitbetalen met cryptocurrency en die data – die dee-learning engines – wereldwijd laten verbeteren. Momenteel hebben we bijvoorbeeld een Chinese multinational die, zonder dat hij het weet, wordt betaalt voor het Syrische vluchtelingenprobleem.
Uit mijn jeugd sleur ik een aantal frustraties met me mee. Een van die frustraties dateert uit het vierde studiejaar. Mijn maren hadden een Z-Expector met een Atazi St en ik wilde al heel vroeg met midi bezig zijn, dus wilde ik een genereike sequencer die je gewoon kon programmeren. Ik ben toen naar mijn vader gegaan en hij wilde zijn Atari met de eerste versie van Q-Base verkopen aan 200 euro – dat was toen nog 8000 frank. ’s Nachts droomde ik daar echt van, want ik wilde elektronische muziek – of gewoon muziek – maken. Dat was voor mij een sleutelmoment.
In het zesde studiejaar wilde ik dolgraag een synthesizer. Een Kolegemeen, maar die was ook net te duur en dat is eigenlijk het verhaal van mijn jeugd: niet genoeg geld hebben voor de ‘toys’ die ik echt heel graag wou. Als er nu een robot toekomst in een kartonnen doos, geeft dat me nog steeds hetzelfde gevoel, maar dan heb ik het zelf geregeld. Ik heb mijn toy wél kunnen betalen en als er een geldige drijfveer is, dan is het wel ‘boys and their toys’.
Over cryptocurrency gesproken: er is daar tegenwoordig veel rond te doen en het lijkt me alsof er twee strekkingen zijn: aan de ene kant zijn er banken die beseffen dat ze de boot zullen missen als ze er niet op inspelen en aan de andere kant voelen heel wat banken zich bedreigd. Ook regeringen voelen zich bedreigd en proberen zichzelf in te dekken. Hoe zie je de toekomst daarrond in?
Ik geloof daar enorm sterk in, maar ik ben ervan overtuigd dat de huidige crypto’s veel kans maken om te crashen omdat er te veel technische foutjes in zitten. Dat heeft te maken met een basisfilosofie die nog niet wordt bereikt en daardoor contradictorisch schijnt te zijn: ze gaan allemaal voor decentralisatie, maar uiteindelijk gebeurt de datamining erg centralistisch. Ze beogen eenvoud en lage prijzen, maar de prijzen lopen uit de hand en die eenvoud… tja, je moet nog steeds een halve programmeur zijn om voldoende overweg te kunnen met cryptocurrency. Je ziet dat allerlei oplichters daar misbruik van maken. Een initiatief als Bitmax manipuleert alles zo goed dat je er gemakkelijk intuint, tenzij je niet alleen de besprekingen leest, maar ook voldoende moeite doet om meer informatie over hen op te zoeken… maar – en dat heb ik ook net gezegd in mijn interview met La Libre Belgique – ik geloof in democratie 2.0.
Als er een ding is dat toe is aan totale ontwrichting, dan is het wel de democratie zelf. Het is soms natuurlijk goed dat dingen een beetje inert zijn na veranderingen, zodat de sociale structuren stabieler worden en bestand zijn tegen de tijd, maar als je kijkt waar onze democratie echt op gestoeld is, merk je dat we eigenlijk nog steeds opgezadeld zitten met een post-napoleontisch gegeven van scheiding der machten. Eigenlijk komt het er gewoon op neer dat we dat willen om te vermijden dat we nieuwe dictators voortbrengen, zodat geen enkele belangengroep, zoals Assad en zijn familie, de boel kan corrumperen en de totale dieperik inleidt. Er is echter een gulden middenweg waarop we informatie extreem transparant kunnen maken en veel performanter kunnen optreden bij beslissingen die heel erg belangrijk zijn voor de samenleving, zoals Uplace, aan de ring rond Vilvoorde.
Ik geloof in een combinatie van blockchain en artificiële intelligentie, waarbij de belangrijke beslissingen en structuren in de samenleving teren op de blockchainfilosofie: ze moeten transparant en onveranderlijk zijn. Ze mogen niet manipuleerbaar zijn door schimmige partijen. Dat zijn toch dingen die we allemaal willen. Achterkamerdeals met rechters zijn uit den boze. De samenleving heeft veel nood aan een doorzichtig systeem waar iedereen mee begaan kan zijn.
Mijn persoonlijke overtuiging is dat je moet kijken naar systemen en structuren die zeer goed gewerkt hebben, zoals Linux. Het team achter Linux zit mee achter de opgang van de opensourcecultuur en alle tools die daarbij komen kijken.
Ik denk dat het voor politici al te laat is. Ze hebben de boot gemist en zouden mer moeten bezig zijn met de werkende structuren en hoe die moeten worden ingezet voor het algemeen goed. Volgens mij zijn we in Europa zeker niet de voorlopers – of toch niet in het oude West-Europa, want in Estland en Slovenië is men wel goed bezig. De verandering zal er komen omdat er gedemonstreerd wordt door een staat die nu eerder een paria is en veel armoede kent. Daar zal iemand opstaan en zeggen: ‘Kijk, ik heb de oprechte ambitie om niet mijn eigen zakken te vullen, maar om bij elkaar te sprokkelen wat op technisch vlak het beste is voor de groep mensen die ik moet leiden. Ik wil mezelf irrelevant maken.’ Als er zo’n politicus zou opstaan, met zulk alomvattend project, dan zou de volgende voorbeeldstaat wel eens in Afrika kunnen liggen. Kijk maar eens naar de typische problemen die een ondernemende Afrikaan ondervindt: hij moet eerst – nog voordat hij een zaak heeft opgericht – al veel geld uitgeven aan corrupte organen en riskeert dat hij afgeperst zal worden door de maffia of een andere structuur als hij niet betaalt voor bescherming. Een blockchain zou zulke zaken kunnen oplossen of er alleszins een goede aanzet toe kunnen geven.
Ik denk dat er samenwerkingsschema’s gaan ontstaan die het ons nog veel gemakkelijker zullen maken om micro-investeringen te doen in andere landen. Er kan dan ‘blockchaingewijs’ uitgemiddeld worden omdat de risico’s zullen gedragen zijn door een grote groep. Beleggingen als dusdanig gaan dus veel ethischer gebeuren wanneer die banken buitenspel zijn gezet. Ik geloof echt dat de grote banken op het punt staan om volledig in vraag gesteld te worden en dat is maar goed ook.
En wat zal dan de rol zijn van AI?
Transparantie. Het gaat om geautomatiseerde intelligentie en dus gaat AI op verschillende vlakken een rol spelen, door objectief te kunnen vaststellen wat het gevaar is en wat de mogelijkheden voor de samenleving zijn. Een ondernemer die een bepaald plan moet uitwerken om water te bottelen, kan dan bijvoorbeeld opteren voor een schema met plastic flessen of eentje met glazen flessen. Nu hangt die beslissing af van een kritische massa in de samenleving die glas of plastic gaat kiezen. Je moet al idealistisch zijn iom zelf te zeggen: ‘Ja, ik ga die glazen fles kopen. Die is wat duurder en ik heb er achteraf meer werk aan, maar geen probleem, want die is beter.’ Voor de mensheid is dat geen sluitend systeem. De oceanen zitten alsmaar voller met plastic en met alles wat je je maar kan inbeelden, dus er is echt dringend een nood aan geautomatiseerde intelligentie die elke interactie die jij hebt met het ecosysteem gaat vertalen in een soort kost – of het nu om jouw medemens of om de aarde gaat. Het heeft geen zin dat een parlement moet beslissen ver een vettaks, over een plastictaks, over een ecotaks, enzovoort; dat is veel te traag en dus veel te disfunctioneel. Op het moment dat daarover gestemd is, is dat al voorbijgestreefd en gecorrumpeerd door lobbygroepen.
Ik geloof heel sterk in het uit elkaar vallen van het oude geldsysteem: het papieren geld, de M1 [een maat voor de geldvoorraad van een land, zowel wat het fysiek geld buiten de banken als de spaartegoeden en het geld op bankrekeningen betreft – red], de M2 [bepaalde kortlopende deposito’s – red] en de M3 [de M2 plus bepaalde aandelen en korte schuldbewijzen – red] – de verschillende geldgroepen, dus. Het zal vervangen worden door een kapitalisme 2.0, waarin de economische interactie zal gevalideerd worden door AI, die zal uitmaken of het goed is voor de samenleving of niet.
Uiteindelijk is de mensheid en de techniek nog niet zo lang bezig. Intelligentie ontstond bijna een miljard jaar geleden [de eerste bacteriën ontstonden zo’n 2,7 tot 2,9 miljard geleden; de eerste complexere levensvormen ongeveer 650 miljoen jaar geleden; en de homo sapiens 200.000 jaar geleden – red]. Eerst waren er de bacteriën, of alleszins structuren die gevaar konden ontwijken en zich konden voortplanten, en eigenlijk zijn we nog maar de laatste 100 jaar met [digitale] technologie bezig – eigenlijk nog niet eens, want als je het over de digitale wereld hebben, moet je eerst kijken naar de transistor en dan spreken we toch al over het einde van de jaren vijftig [in 1923 werd de eerste werkzame transistor gebouwd, maar het zou nog decennia duren voor transistortechnologie doorbrak – red]. We zijn dus nog maar een goeie 70 jaar lang bezig met het soort digitale berekeningen zoals we die vandaag de dag kennen, dus staan we eigenlijk nog nergens. Wat ik wil zeggen is: al die dromen uit de sciencefiction zullen binnenkort binnen handbereik liggen.
Ik lag er afgelopen nacht nog over te dromen: blijkbaar is men tegenwoordig in staat om via genetische correlatieanalyse in kaart te brengen hoe volkeren geëmigreerd zijn en vorige week stond er een artikel in De Standaard over hoe vorsers in Alaska onbekend DNA hebben ontdekt van een mensengroep. Dat vind ik een magisch verhaal. Eigenlijk kan je op basis van data terug beginnen romans over het onderwerp te schrijven met een basis van waarheid in. We mogen gewoon niet te weinig ambitieus zijn. We gaan naar een tijd waarin onze dromen echt bereikbaar zijn – de dromen van de mensheid… en we hebben best nog wel een tijdje te gaan voor de aarde in haar eindstation zit.
Je hebt me verteld dat jouw toekomstvisie redelijk utopisch is. Is het moeilijker om mee te gaan in zo’n visie omdat je rekening moet houden met zoveel naties in plaats van met een gecentraliseerde regering, of maakt dat alles net gemakkelijker?
Het is natuurlijk een gegeven dat de macht in de wereld erg gefragmenteerd is via natiestaten. Daar kan je niet omheen, maar ik denk dat technologie zoveel potentieel en inherente kracht in zich heeft, dat landen meer en meer irrelevant gaan worden. Dat gaat gebeuren wanneer een natiestaat zo weinig structuur en infrastructuur heeft dat hij wegvalt. Je ziet dat soms in het dierenrijk: parasieten die zich nestelen in het moederdier, maar sterker worden dan het dier zelf. Het dier sterft, maar de parasiet blijft nog een tijdje verder eten van het lijk. Zo’n metaforisch beeld is hier wel op zijn plaats.
Neem nu bijvoorbeeld Zimbabwe of Syrië. Stel je voor dat Syrië een hightech demostaat wordt. Je kunt dan alles terug heropbouwen. Sommige steden zijn daar gewoon parkings geworden. In Antwerpen staan huizen die soms 700 jaar oud zijn. Je kunt die moeilijk platgooien, hè. China tijdens de afgelopen 15 jaar echter heel wat nieuwe infrastructuur gebouwd. Daar zijn nu veel performantere gsm-netwerken en internetlijnen dan in de meeste andere staten ter wereld omdat ze het toch allemaal opnieuw moesten doen.
Ik denk dat er een voorbeeldstaat zal opstaan die als blauwdruk zal dienen; een soort Linux voor staten. Misschien zal Linux er zelfs in gebruikt worden. Die ‘template’ kan alles bij elkaar brengen. Mijn zoontje van 3 stelt voor de hand liggende vragen. Als we op de autosnelweg aan het rijden zijn en hij pijlen ziet die naar de grond wijzen, vraagt hij waarom dat zo is. Wiskundig gezien heeft hi nog gelijk ook. Die pijlen wijzen naar beneden in plaats van rechtdoor. Wij hebben allemaal leren redeneren met die fout omdat het om een soort afspraak gaat. We gaan die aanduidingen niet letterlijk interpreteren, maar eigenlijk werkt dat logisch nadenken tegen en zo zijn er heel wat zaken waar kinderen meer gezond verstand over tonen dan volwassenen. Daarom ben ik relatief rabiaat tegen religie, Sinterklaas en soortgelijke dingen. Mijn dochter was vorig weekend aan het praten met een vriendin van haar en dan begin je daar toch wel ‘common sense’-logica en algemene kennis uit te extrapoleren. Het ging over sterfelijkheid en op een gegeven moment zegt ze: ‘Alles moet toch doodgaan, hè, behalve Sinterklaas – die blijft altijd terugkomen’. Ikd acht: ‘O, nee, dat dom Sinterklaasverhaal weer!’ Ik gun het mijn kinderen en ze geloven er ook in. Ik ga niet zo tegendraads zijn dat ik tegen een driejarige ga zeggen dat het allemaal niet bestaat, ik wil gewoon zeggen dat er toch een aantal zaken zijn waar we nog eens over zouden moeten nadenken. We moeten ons gewoon afvragen hoe dat nu allemaal in elkaar zit.
Er zijn natuurlijk wel verschillende scholen binnen de wetenschap, hè: bijvoorbeeld Rupert Sheldrake en zijn morfogenetische velden, als je daarin gelooft [Sheldrake is een vorser die vooral onderzoek verricht naar vooralsnog onverklaarde fenomenen – zijn onderzoek is moeilijk falsifieerbaar en wordt daardoor vaak als pseudowetenschappelijk gezien – red]. De manier waarop zalmen en haaien terugkeren naar hun bakermat wanneer ze gaan sterven, is eigenlijk niet te verklaren met de moderne fysica – zeker niet als je bedenkt dat haaien 80 jaar kunnen worden. Sommige soorten kunnen zelfs nog langer leven, maar toch gaan ook zij terug naar de plek waar ze geboren zijn… En wat weten we over neutrino’s [elektrisch ongeladen subatomaire deeltjes – red]? Die kennis hoeft niet noodzakelijk contradictorisch te zijn met de traditionele wetenschap. Het is gewoon mogelijk dat een groot deel van de wetenschap opnieuw moet bekeken worden.
Waar ligt het toepassingsgebied van jouw eigen software dan?
Op drie ‘verticals’ – marktsegmenten, met voorop de landbouw. We zijn wereldwijd marktleider op het vlak van geavanceerde neurale netwerken binnen de agricultuur, van Japan tot Brazilië en Australië, de Verenigde Staten en Canada. Overal waar plantjes in de grond worden gestoken, gebeurt dat met onze software. Ik denk dat we ongeveer 75 procent van de markt in handen hebben. Ons businessmodel gaat er eigenlijk van uit dat we licenties verkopen van onze AI-engine aan iemand die dat programma gaat integreren in een markt. Daarnaast is er ook een bladsnijder. Daarbij moet je bedenken dat we dit doen voor een bedrijf dat bezig is met zaadveredeling. Ze willen dus de perfecte paprika maken, die bestand is tegen plagen, bacteriën en allerlei soorten ongedierte. Daarmee willen ze grootschalige genetische experimenten uitvoeren: sequencing van allerlei varianten. Neem nu de massieve wereldzadenbank in Noorwegen [in Spitsbergen – red], waar alle zaden ter wereld bij elkaar zijn gebracht. Die zijn nog lang niet allemaal gesequenced [DNA-sequentiereacties worden gebruikt om de precieze volgorde van nucleotiden binnen een DNA-molecule te bepalen – red]. We spitsen ons nog steeds toe op die digitale transistorkwaliteit, maar eigenlijk is ons genoom ook digitaal. Het is niet binair, want het bestaat uit vier symbolen [adenine, guanine, cytosine en thymine – red], maar het werkt nog steeds op dezelfde manier. Als je gaat kijken naar hoe de mechanismes in elkaar zitten en naar hoe DNA wordt ingezet in de natuur, dan merk je dat het heel sterk lijkt op de registers van een processor. Of kijk maar eens naar celdeling en dat soort zaken. Ik ben geen specialist, maar ik meen te weten dat we met een nieuw soort digitaliteit te maken hebben. Net zoals we nu codes schrijven en compileren en hoe we van AutoCAD huizen maken, zullen we binnen nu en enkele decennia leven kunnen compileren. Misschien zullen we dat zelfs al binnen de komende 10 jaar kunnen. Wij zijn bezig met dat soort ontwrichtingen.
Een andere vertical heeft te maken met het intelligent observeren van de mens. Wij beheren megadatabanken zoals die van Zalando, maar ook van andere (klein)handelaars. Als ik een foto van jou maak, zal de engine die wij leveren detecteren waar je jouw trui hebt gekocht en hoeveel ze gekost heeft. Dat doen we met behulp van ‘deep learning’. Die modellen zullen een complex algoritme maken van de witte spikkeltjes en de iets monotonere grijze gedeelten van jouw pull – hoe klein ze ook zijn –om jouw specifieke trui goed te kunnen detecteren. Het gaat dan niet enkel om die spikkeltjes; we combineren die informatie met de hals – die aan de smalle kant is – en andere aspecten om dan redelijk waterdicht te kunnen zeggen waar je de sweater hebt gekocht. Dat heeft trouwens erg veel repercussies. Je zult ook wel gehoord hebben dat Google Glass [een draagbare computer die wordt gedragen als een bril – red] gaat terugkomen, dat ze die weer van het schap hebben gehaald. En je voelt ook wel aan dat Magic Leap met een mixedrealitybril gaat komen [de Magic Gear One: Creators Edition – red]. ‘Aumented reality’ [waarbij digitale beelden over de realiteit worden geplaatst – red] zal hét modewoord van de komende 5 jaar worden.
Stel je voor dat ik een gewone bril van Ray-Ban heb waar intelligentie ingebed zit en die me gigantisch veel informatie geeft van iedereen die voorbij stapt terwijl ik aan het wandelen ben op straat. Ik zal niet enkel jouw trui kunnen detecteren, maar op basis van jouw kapsel, de manier waarop je geschoren bent en hoe je jouw haar hebt gekamd veel meer van jou kunnen afleiden dan je hoopt of dan je zelf denkt vrij te kunnen geven. Het is die combinatie die eigenlijk bijna pervers wordt, hè, want als je die intelligentie gaat verkopen aan supermarkten en handelaars, komen hun klanten als het ware naakt binnen.
Je verkoopt zelf een vrij altruïstisch verhaal. Hoe combineer je dat met het commerciële waarover je nu praat?
Dat is een heel goede opmerking. Ik woon in Antwerpen en als ik daar rondloop, zie ik erg veel camera’s hangen. Als ik dan ga googelen wie de data die uit de camera’s komt beheerst, gaat het meestal om Israëlische multinationals. Meestal zijn dat ex-Mossadleden, zoals generaals of kolonels, die met wat steun van het leger nieuwe posities hebben gekregen. Agent VI en dergelijke zijn allemaal Israëlische bedrijven of zijn in ieder geval in Israël begonnen, en dan denk ik: ‘Ik wil niet dat de stad waar mijn kinderen in opgroeien volledig door een of andere geheime dienst van een land dat niet volledig democratisch is kan geleid worden’. Op deze manier kan ik die diensten gewoon zelf leveren en dat heb ik ethisch gezien tenminste veel meer in de hand.
Momenteel zijn wij inderdaad leverancier van de politie en doen we onder andere aan gedragsherkenning, maar ik ben aanspreekbaar. Ik kan dat gaan uitleggen in een studio, je kunt me daarover uitdagen. Van een Israëlische multinational krijg je hier enkel een verkoper te zien, er lijkt niemand te zijn die hier in Europa geïnteresseerd lijkt te zijn in een ethisch verhaal.
Maar je hebt nog geen huisbezoek gehad van de Mossad of zo?
Nee. Ik heb natuurlijk wel ex-Mossadmedewerkers ontmoet die nu bij de bedrijven waarover ik sprak werken, maar voor zover ik weet heb ik nog met niets of niemand last gehad… al zal dat vroeg of laat waarschijnlijk wel gebeuren. We hebben het natuurlijk over deeplearning en persoonsdetectie, dus zit dat orwelliaanse van ‘big brother is watching you’ er wel aan te komen.
Vind je dan ook dat we op een andere manier naar privacy moeten kijken?
Over privacy heb ik een dubbele mening. Als je ziet hoe bepaalde criminele organisaties behoorlijk machtig aan het worden zijn in landen als Mexico, waar ze alle nieuwste technologieën en technieken gebruiken, denk ik dat je als samenleving soms niet anders kunt dan je afvragen waar men mee bezig si. Los van het feit of drugs nu legaal moeten zijn of niet, vraag ik me gewoon af wat de root cause van privacy [de hoofdbron – red] is. Je moet er rekening mee houden dat mensen zich veilig willen voelen, maar dan wel vanuit een soort geborgenheid. Ik denk dat we dat in zijn geheel moeten bekijken. We willen een maatschappij, we willen zoveel mogelijk mensen voeden, hen een dak boven hun hoofd geven en hen geborgen doen voelen. Je voelt je minder veilig als je denkt dat het gebrek aan privacy ervoor zal zorgen dat er dingen worden afgenomen van jou, of dat je gekwetst wordt. Ik denk dat het de verantwoordelijkheid is van een systeem om zo goed mogelijk te doen voor zoveel mogelijk mensen.
Je hebt daarnet een gekend sociaal dilemma aangekaart: in een poging om hun eigen winst te maximaliseren, doen mensen vaak de winst van de groep teniet. Hoe denk je dat we daar kunnen uitbreken? Je voorspelt dat een natie waarschijnlijk het voortouw gaat nemen en een voorbeeldrol zal vervullen, maar hoe vast zit de oude manier van doen in de menselijke of culturele psyche?
Relatief vast, maar – en ik heb dat daarnet ook aan La Libre Belgique gezegd – die cocktail van gevoelens, het arsenaal van basisemoties, dat heel belangrijk was voor de overleving van de mens als soort, mag je zeker niet onderschatten. De geschiedenis van de mensheid heeft verschillende keren aan een zijden draadje gehangen. Er was zelfs een periode dat er wereldwijd maar een paar duizend mensen waren. We zijn toen bijna uitgestorven. Er zijn dus een aantal emoties die bijzonder belangrijk zijn geweest voor onze overleving; het gevoel dat je kinderen wilt beschermen, de drive om een vrouw te vinden, de wil om te neuken… Het was ook waanzinnig belangrijk dat er een accumulatiedrang was in de ijstijd, want je moest lange periodes waarin er geen tijgers of mammoeten langskwamen kunnen overbruggen.
Veel basisemoties zijn in ons genoom blijven plakken, maar je moet die tijdsconstante daaruit filteren, want niemand wil met een continu jaloerse nijdigaard samen zijn, tenzij hij of zij er smoorverliefd op is. Wat ik wil zeggen, is dat het genoom over enkele honderden jaren maar voor een beperkt percentage door de evolutietheorie zal bepaald zijn. Genetische compilers zullen meer invloed hebben.
Heb je het nu niet over het soort eugenetica waar we tegen hebben gevochten hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Die genetische manipulatie zal er sowieso komen, of we nu willen of niet. De achterkleinkinderen van de overlevenden van onze generatie die 120 worden, gaan aan onze neus voelen en verrast zeggen: ‘Hé, dat is nog een natuurlijke neus!’ Die gaan naar het haardvuur, of het spreekwoordelijke epicentrum van kerstavond komen en geïnteresseerd naar ons kijken omdat we nog wezens zijn die dicht bij de oermensen staan en nog gevormd zijn geweest door de natuur.
Dat is een beetje als ufo-foto’s uit de jaren dertig zien. Aan die ontwerpen zie je dat ze uit die periode komen, versta je? Hetzelfde geldt voor toekomstvisies: als we kijken naar hoe de robot er binnen 100 jaar zal uitzien, denken mensen aan I, Robot, met een hollywoodiaanse vomgeving. Dat is echter helemaal niet waar: wij zullen zélf die robots zijn! We gaan bio-elektronica inbouwen bij onszelf.
Ik vergelijk die toekomstvisies vaak met het paardenmestprincipe. Rond de eeuwwisseling [1894 – red] was Manhattan heel snel aan het groeien omdat alle grote schepen met migranten in Ellis Island toekwamen en heel veel mensen bleven plakken in Manhattan. In die tijd werden alle trams nog door paardenkracht aangedreven en die paarden moesten natuurlijk ook allemaal schijten – om het zo te zeggen. Door de structuur van Manhattan was men al snel opgezadeld met een – letterlijk – huizenhoog paardenstrontprobleem. Gelukkig waren er een aantal visionaire geesten die uitrekenden op de toenmalige Excelsheets – met pen en papier, dus – dat ze binnen 50 jaar een oplossing moesten vinden voor het probleem en dat is hoe de samenleving nog altijd werkt: via een soort extrapolatie van de huidige pseudostabiliteit, maar we gaan nooit vooruit door binaire extrapolaties, wel door ‘black swan-events’ [verrassende gebeurtenissen met grote impact – red], ten goede of ten kwade. Denk maar aan hoe zoogdieren zijn ontstaan. Dat gebeurde dankzij zo’n black swan-event: een meteoriet die 50 miljoen jaar geleden is ingeslagen [de meeste wetenschappers spreken over 65 tot meer dan 66 miljoen jaar geleden – red] en die ons, zoogdieren, een tweede kans heeft gegeven. Wij waren immers allemaal nachtdieren en we konden aanvankelijk niet ui onze holen komen zonder verorberd te worden door gigantische kolossen die enorm veel calorieën nodig hadden.
Wat is jouw idee over technologische ‘singularity’ [de hypothese dat de uitvinding van geavanceerde artificiële intelligentie opeens een enorme technologische groei zal veroorzaken, met volstrekt onvoorspelbare gevolgen voor de mensheid – red] dan?
Singularity zal er sneller zijn dan je denkt, om de eenvoudige reden dat het voor techneuten die in het veld werken nu al vaak te snel gaat. Ik word daar soms koud van. Alles rond AI-papers komt nu op een opensource database terecht en het tempo waarop daar dingen binnenkomen, is echt exponentieel aan het stijgen.
Als bedrijfsconsulent was ik ook erg vaak bezig met het opdoen van post-academische kennis. Ik moest zelf papers opzoeken om algoritmes te schrijven en wilde daarvoor steunen op mensen die daar al jaren mee bezig waren, dus moest ik een netwerk van mensen hebben die een doctoraat deden en over de logingegevens beschikten die ik nodig had om toegang te krijgen tot de nodige wetenschappelijke artikels. Al die papers kost toen immers 100 euro per document.
Wat er nu gebeurt, kan je eigenlijk met de atoombom vergelijken: een reactie waarbij de vrijgekomen warmte andere zaken in gang zet die exponentieel evolueren. Dat is wat nu ook aan het gebeurt: de kennis die vrijkomt, laat ons toe om bouwblokken veel sneller bij elkaar te zetten en tot nog krachtigere bouwstenen te komen die veel sneller bij elkaar kunnen gebracht worden. Mensen onderschatten dat proces – we zijn nu eenmaal bezig met een paardenmestprobleem te creëren, want massieve intelligentie gaat er veel sneller zijn dan de meesten verwachten.
Wijzelf zitten in de business van neurale netwerken met een diepe architectuur waarbij een tak bijzonder goed gekend is. Daar hebben die netwerken zich jarenlang op gefocust. Eigenlijk is het onderzoek naar die structuren nog niet zo lang bezig, vooral wat deep mind, organisatie en de mogelijkheden die slimme mensen ter beschikking hebben betreft. Je kunt er dus nog niet veel over zeggen, maar we kunnen wel zien dat het enorm snel gaat.
Hoe gaan wij onszelf dan in stand kunnen houden als soort?
Omdat ze gewoon een annex van ons zal worden. AGI – ‘artificial general intelligence’ – zal niet unipolair of unilateraal zijn. Het is ook allemaal nu al aan de gang, hè. Kijk maar naar de grote banken, zoals JP Morgan, Morgan Stanley, Goldman Sachs en Citigroup; die zijn allemaal bezig met deep learning en beleggingen. Ze zijn al die data aan het minen en de meest performante deep-learning aan het toepassen op beleggingsstrategieën. Wat gebeurt er dan echter – en je kunt dat zelf ook wel raden: ze gaan elkaar beconcurreren. Het wordt alsmaar moeilijker om te voorspellen, want de voorspellers zijn elkaar aan het tegenwerken. De ene probeert natuurlijk de marktprijzen te laten stijgen, maar de andere heeft dat door en gaat daarop inspelen. Zo ontstaat er supra-intelligent gedrag. Supra, niet super, want omdat al die engines slim zullen zijn, zal de intelligentie van een ander niveau komen.
AI
Het is ook eigenlijk nu al aan de gang he, als je kijkt naar de grote banken; GP Morgan, Morgan-Stanley, goldman saxs, city, etc. die zijn allemaal bezig met deep-learning en beleggingen. Die zijn al die data aan het minden, die zijn ook allemaal de meest hyperperformante deep-learning aan het toepassen op belegging strategieën. Maar wat krijgen we dan, en e kan het zelf ook al raden, die gaan elkaar beconcurreren. Het wordt gewoon alsmaar moeilijker om dat allemaal te voorspellen want de voorspellers gaan elkaar tegenwerken. De ene voorspeller gaat natuurlijk de marktprijzen doen stijgen, maar de andere voorspeller zal dat gezien hebben, dus die gaat daar op inspelen. Dus je gaat supra- intelligent gedrag krijgen; Supra, niet super, want door dat al die engines slim gaan zijn, gaat de slimmigheid van een nieuw niveau komen.
AI gaat een soort internet worden. Momenteel zijn de API’s [‘application programming interfaces’ – red] waarop het internet werkt eigenlijk gewoon – cru gezegd – programma-interfaces op Exceltabels. Databanken. Op termijn zullen dat AI engines worden. Een robot besturen zal over 5 à 10 jaar gebeuren via een nest van streams van intelligenties naar engines. Als een robot nu naar een blad wil grijpen, doet hij dat met een API die enorm veel weet over takken en planten. Dat gaat ook houterig overkomen. AI zal echter veel intelligenter worden dan de mens. Dat weet je zelf ook, hè.
Er is een misverstand over intelligentie. Intelligentie manifesteert zich immers op totaal verschillende manieren. Mensen zijn op totaal verschillende manieren intelligent. Je ziet dat ook in jouw eigen kennissenkring: de ene persoon is zeer sociaal, terwijl een tweede vriend totaal andere vaardigheden bezit, maar toch zien we er allemaal uit als mensen met twee armen, twee benen en twee ogen. Wat ik wil zeggen, is dat het wel eens zou kunnen dat, net zoals jouw groen mijn rood kan zijn, onze manier van omgaan met data op biomoleculair niveau van persoon tot persoon verschilt.
Hoe zit het dan met de status die we de machines zullen moeten geven? Hoe zullen we daar dan mee omgaan?
Dat is een heel goede vraag, maar ik kan daar niet meteen een antwoord op formuleren. Ik weet het niet.
Zal die nieuwe technologie de maatschappij niet polariseren?
In een of andere fase wel, maar ik denk dat elke polarisatie uiteindelijk tot neutralisatie leidt, of dat nu door absorptie of door annulering van het ene in het andere gebeurt. Polarisatie is, omwille van de wetten van de entropie, gedoemd om te vervagen. Het ecosysteem aarde zal altijd overwinnen, hoor. Zelfs als alle kerncentrales beginnen te lekken, hebben we nog een miljard jaar te gaan. Als er een ding is waar we omzichtig mee moeten omgaan, is het de mensheid, maar voor de planeet is het eigenlijk beter dat we alles gewoon laten lekken en kapot maken. Wij zijn ook geen eindpunt in de evolutie, hè.
Stel je voor dat de dinosauriërs ook zo hadden kunnen redeneren: ‘Goh, we zijn hier nu al 600 miljoen jaar aan het rondlopen.’ Hier zo lang heer en meester zijn, dat is een enorm succes voor een diersoort. Waarmee ik wil zeggen dat ook wij maar een tussenproduct van de evolutie zijn, maar toch zien we onszelf vaak als eindproduct en onze religies propageren die valse gedachte.
Stel je voor dat ik als lezer interesse heb in jullie producten, maar geen groot bedrijf of iets dergelijks run. Kan ik dan toch bij Robovision terecht?
Ja, je krijgt dan een login. Stel je voor dat je een kleine Belgische pralineboer bent, dan kan je een camera plaatse en omcirkel je welke pralines goed of fout zijn. Na een paar uur trainen, kan de AI die voor jou blijven leveren. Dat soort dingen kan natuurlijk in verschillende sectoren, bijvoorbeeld om kwaliteitsproblemen op te sporen bij plantjes. Zelfs marketingbureaus kunnen gebaat zijn bij onze AI. Zo werken we momenteel samen met The Colour Group, een kleurennavigator. Zij willen AI inzetten om bedrijven te adviseren welke kleuren met hen matchen.
In de handelssector of in de analyse van consumptiegedrag merk je dat er een aantal archetypes zijn die passen bij een selecte groep producten. Iedereen heeft in zijn of haar kennissengroep wel een Helga met grijze wollen sokken en als je een winkel binnenstapt, denk je bij bepaalde artikelen al snel: ‘Aha, dat gaat Helga leuk vinden.’ Dat kan om sets van geuren, kleuren of om allerlei andere zaken gaan. Als jij een productontwerper bent die balpennen maakt en je ecologische pennen wilt gaan maken, wil je weten hoe de doelgroep die geïnteresseerd is in milieuvriendelijke opties denkt. Daarna wil je weten of het product aantrekkingskracht zou kunnen uitoefenen in de rayons van een supermarkt. Staat het op zijn plaats op de rekken van de Carrefour of moet het in een ecoshop liggen? Dat zijn beslissingen die steeds meer worden gemaakt door AI. We kunnen alles daar heel fijn mee aflijnen en behoorlijk nauwkeurig mee voorspellen. Door bijvoorbeeld te analyseren waar iemand zijn trui heeft gekocht en zijn kapsel heeft laten bijknippen, kunnen we heel snel in kaart brengen tot welke merken hij zich aangetrokken zal voelen.
Wat ook meespeelt bij bedrijven als de Colour Group: de website van de toekomst is een kameleon. Ze heeft kleurencombinaties die bij jou passen en weerspiegelt waar jij van houdt. Jouw favoriete merk zal op bijna griezelige wijze afgestemd worden op jouw geest, met het juiste verkooppraatje om jou te overtuigen om iets aan te kopen. De salespitch van de toekomst. AI-gestuurde marketing gaat eigenlijk echt eng zijn. Eng in de zin dat ze zal inspelen op emoties die 100 miljoen jaar geleden zijn ontwikkeld. Dat is natuurlijk ook het probleem, want wat blijft er nog over als je die emoties gaat uitbuiten?
Ik kan mij voorstellen dat veel mensen dit nu lezen en denken ‘dat gaat veel te duur zijn voor mij’?
Nee, dat is niet waar. Net als elektriciteit voor iedereen is, zal ook AI voor iedereen beschikbaar worden. Je zult dat gewoon niet weten, want aanvankelijk zal dat een dienst zijn voor jouw mobiele telefoon of zo, van Apple of Google. Het product van de toekomst is gratis. Ons kapitalistisch systeem zal ontwricht worden. Over enkele jaren zullen we niet meer betalen op de manier waarop we dat nu doen. Ik denk echt dat de hele beweging rond cryptocurrency zich gaat consolideren in sub-economieën die elk hun ding zullen doen.
Er zijn nu al biologische boeren die marktjes organiseren in Brussel waar je eieren of witloof van het veld kunt gaan halen en waarbij jij het gevoel krijgt dat je meewerkt aan een betere wereld. Dat soort schema’s zal echter ‘technology-driven’ worden. Net zoals je voor een politieke partij kiest, zullen we over pakweg 5 jaar moeten beslissen welke munteenheid we gaan gebruiken. De munt die we kiezen zal staan voor een bepaalde wereldvisie en voor de economie waarvan jij wilt dat ze de overhand krijgt.
Uiteindelijk valt de hype rond de bitcoin ook terug op basis economische principes waarover we allemaal hebben geleerd als we naar school zijn gegaan of universiteit hebben gelopen: schaarste en de drang om middelen te verzamelen.
Die basisprincipes hebben we jarenlang vergeten. Toen ze lazen over de financiële crisis van 2008 en over het feit dat de Europese Centrale Bank met rentes zou beginnen te werken, hadden de meeste mensen – zelfs universitairen – geen idee van wat er aan het gebeuren was. Als de printers dan in overdrive gaan en er gesproken wordt over ‘helicoptermoney’ [waarbij bijvoorbeeld grote sommen geld worden gecreëerd en direct onder de bevolking worden verdeeld om de economie te stimuleren – red], zou er ergens, bij een slimme mens, een belletje moeten gaan rinkelen: ‘Iets klopt hier niet meer!’ Plots is er dan een systeem waar je schaarste ‘by design’ gaat inbouwen.
Er zijn 21 miljoen bitcoins te verkrijgen en je moet moeite doen om ze te minen. Je moet daar de middelen voor aankopen, want effectief minen lukt al niet meer met een gewone computer. Die schaarste is er dus wel degelijk opzettelijk ingebakken en dan mogen de banken nog zo klagen als ze willen, ze zitten zelf op een nog veel grotere bubbel. De enige bubbel waar de bitcoin mee te kampen heeft, is dat hij zijn eigen technische fouten misschien niet tijdig zal kunnen oplossen, zodat er een exponentieel wantrouwen zal zijn in het systeem.
Als iemand er plots in slaagt om een goed werkende kwantumcomputer te ontwerpen, kan die binnen een paar dagen tijd alle overgebleven bitcoins minen. Kwantumcomputers kunnen de bitcoin dus ontwrichten. We zijn onderweg naar een mulipolaire wereld waar wiskundige principes nog veel belangrijker zullen worden dan ze nu al zijn. Eigenlijk is de hele golf rond deep learning en alles wat daarbij komt kijken, zoals de blockchain, een gigantische overwinning voor de wiskunde. Tot nu toe was wiskunde vaak gewoon een leuke tool, maar nu is ze gigantisch belangrijk geworden. Dat is meteen ook wat die boeken waarover ik het in het begin had zo visionair maakt: dat zij wiskunde tijdens het midden van de jaren tachtig als fundament hebben aangeduid. Natuurlijk wisten we dat al, maar zij zeiden duidelijk: ‘Everything is mathematics, even your intelligence.’ Dat blijkt nu ook waar te zijn.
En daarmee is de cirkel rond. Bedankt voor het boeiendste interview dat ik in jaren heb mogen leiden, Jonathan.
Graag gedaan!
Dirk Vandereycken